Actie voor meer kennis over de ziekte van Addison-biermer | |
Laatste aanpassing: 21-01-14 |
Na de vier jaar dat deze site op
het internet staat, is het moment gekomen om actie te ondernemen om aandacht
binnen de medische wereld te vragen voor het ziektebeeld Addison-Biermer.
De onderstaande brief is verzonden naar de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij
tot
bevordering der Geneeskunst.
Aan
de KNMG t.a.v. dhr. P.C.H.M. Holland, voorz. Postbus 20051, 3502 LB UTRECHT Groningen, 12 mei 2005 Zeer geachte heer Holland, Onlangs las ik in de krant uitspraken van u tijdens een
symposium te Utrecht over medische missers. Door al deze verhalen heb ik steeds meer inzicht in het
ziektebeeld gekregen, dat ik weer verwerk in de website. Ik ben er
achter gekomen dat er nog dagelijks fouten hierbij worden gemaakt. Deze
hebben niet alleen te maken met het stellen van de diagnose, maar zeer
zeker ook vaak met de behandeling. Niet alleen door huisartsen, maar
zelfs ook specialisten zoals internisten en neurologen. Door mijn site
en hulp aan de mensen die me mailden, durf ik te zeggen dat ik
tientallen mensen voor erger heb kunnen behoeden. Mijn werk met de
website is geen oplossing voor dit probleem en bovendien houd ik dit
niet vol. Uiteraard kunnen mijn informatie en de e-mails wel dienen als
basismateriaal om hier in de kern iets aan te doen. Naar mijn menig is
de oorzaak een onvolledige opleiding op dit gebied. Het is voor mij bijna onmogelijk om in deze brief alles
weer te geven wat er zoal fout kan gaan, maar de belangrijkste wil ik u
niet onthouden:
Behandeling
Dit is nog maar een kleine opsomming van de misvattingen
die er heersen. Wie zich in de site verdiept komt tot meer inzicht in
wat er zoal fout gaat. Ik heb me afgevraagd hoe dit kan verbeteren. Voorlopig
niet door de publiciteit te zoeken. Een niet-medicus kan wel meer
vertellen, dus de krant wordt terzijde gelegd. Graag ontvang ik schriftelijk een ontvangstbevestiging,
waarin een indicatie is opgenomen van het moment dat ik inhoudelijk een
antwoord kan verwachten. Ik houd me het recht voor deze brief en uw
antwoord op mijn website te publiceren. (was get. H. de Jong)
Adres: |
Inmiddels is op 31 mei 2005 deze brief ontvangen.
20-08-2005. Het is nu bijna 3 maanden geleden dat de brief doorgestuurd is naar Prof. dr. Willemze van het LUMC. Al die tijd is er geen reactie geweest, dus het is nu tijd om de brief in de herinnering te brengen. Dit is gedaan met onderstaande mail.
Datum 20 augustus 2005 Betreft: Brief over de ziekte van Addison-Biermer Zeer geachte heer Willemze, Op 12 mei j.l. heb ik deze brief gestuurd naar dhr. Holland, voorzitter van het KNMG. Het antwoord van 25 mei dat ik terug kreeg vermeldde dat de brief naar U was doorgestuurd omdat men vond dat dit thuis hoorde bij hematologie en ik van U bericht kon verwachten. Tot op heden heb ik echter nog geen reactie van U mogen ontvangen. Gedurende de laatste drie maanden heb ik alweer melding gekregen van enkele tientallen gevallen waarbij door een te late diagnose of onvoldoende behandeling, er sprake is van blijvende schade door een te langdurig B12-gebrek. Naar mijn stellige overtuiging hoort deze informatie ook thuis bij de huisartsgeneeskunde, interne geneeskunde en neurlogie. Hopelijk kunt U er voor zorg dragen dat de informatie uit de brief ook daar op de juiste plekken terecht komt. Voor het geval dat mijn brief zoek is geraakt of in de onderste bureaulade is verzeild, doe ik deze er voor de zekerheid bij als bijlage. Hopende spoedig iets van U te horen, verblijf ik, Hoogachtend, Henk de Jong Groningen PS Kort geleden is door anderen een forum hierover in het leven geroepen. Hierop kunt U ook veel verhalen lezen van mensen die problemen kregen door een (te langdurig) B12-tekort. Kijk hiervoor op: www.stichtingB12tekort.nl Mijn site over Addison-Biermer: http://home.kpn.nl/hindrikdejong/ |
22-08-2005:
Via e-mail het onderstaande bericht ontvangen van Prof. Willemze:
Ik zal dit onderwerp bespreken op de eerstvolgende bestuursvergadering van de Nederl Ver voor Hematologie eind augustus. Ik vermoed echter dat het geen specifiek onderwerp is voor de hematologen maar meer voor de internisten en neurologen. Ik laat u echter onze reactie weten.
Met groet,
RW
25-08-2005:
Via e-mail het onderstaande bericht ontvangen van Prof. Willemze:
Geachte Heer,
Ik heb nu van meerdere kanten e-mails over dit onderwerp ontvangen. Ik heb een van de auteurs van die mail beloofd dit topic op de eerstvolgende vergadering (29 augustus) van het Bestuur van de NVvH te brengen. Persoonlijk lijkt mij het eerder een onderwerp voor neurologen of internisten. Deze patienten worden, in tegenstelling tot vroeger, nauwelijks meer naar subspecialisten zoals hematologen verwezen, maar blijven in de handen van algemene specialisten. Als die de B12 foutief voorschrijven of zelfs inadequaat stoppen, dan zal nascholing hier inderdaad verbetering in moeten brengen. Mogelijk weet een lid van ons Bestuur iemand in Nederland die zich speciaal interesseert voor de vit B12 en foliumzuur problematiek. Indien dat zo is, dan zal ik u de naam doorgeven. Mijn expertise in de hematologie ligt overigens voornamelijk op het gebied van leukemie, beenmergtransplantatie en cellulaire immunotherapie. Hierbij speelt vit B12 een ondergeschikte rol.
Met de meeste hoogachting,
RW
30-08-2005:
Via e-mail het onderstaande bericht ontvangen van Prof. Willemze:
Zeer geachte Heer,
Het Bestuur van de NVvH heeft uw en andere initiatieven betreffende de vitamine B12 problematiek besproken in haar vergadering van maandag j.l.
Zij juicht uw activiteiten toe, maar concludeert tevens dat het gebied niet ressorteert onder het vakgebied van de Hematologie zoals die tegenwoordig in Nederland wordt bedreven. In het verleden was er in Rotterdam (prof J Abels), in Utrecht en in Groningen (prof Nieweg) klinische en wetenschappelijke belangstelling voor het onderwerp, maar dat is na de
pensionering van de betrokkenen en de verdere subspecialisering van de Hematologie, verdwenen. Vitamine B12 tekort als oorzaak van bloedarmoede, wordt tegenwoordig voornamelijk door huisartsen (en internisten) behandeld en indien er sprake is van neurologische problematiek natuurlijk ook door de neuroloog. Daar komt geen hematoloog meer aan te pas. De huisartsen beschikken over een wetenschappelijk bureau dat behandelingsstandaarden voor Nederland aanbeveelt. Het zou de moeite lonen hen te benaderen om te bewerkstelligen dat, in ieder geval, bij pernicieuze anemie de correcte (levenslange ) behandeling wordt gegeven. Voor onbegrepen moeheid/zwakte en een mogelijke relatie met subnormale waarden van vitamine B12 in het bloed is misschien interesse op te wekken bij de Nijmeegse "chronische vermoeidheid" groep o.l.v. Prof van de Meer (interne geneeskunde).
Ik hoop dat ik u hiermee toch enigszins geholpen heb.
Met de meeste hoogachting,
R.Willemze, vrz NVvH
30-08-2005:
Door mij geantwoord via e-mail:
Zeer geachte heer Willemze,
Hartelijk dank voor de door u genomen moeite. Ik was al niet zo content met het doorsturen van de brief naar u als hematoloog..
Ik dank U voor de suggesties die u mij in uw mail aanreikt. Ik zal mij bezinnen welke stap ik nu het beste zal kunnen nemen.
Nogmaals hartelijk dank voor de tijd die hiervoor hebt vrijgemaakt.
Met vriendelijke groet,
Henk de Jong
Groningen
12-09-2005. Aangezien de hr. Willemze de brief niet
teruggestuurd heeft naar de voorzitter van de KNMG, heb ik besloten deze
nogmaals te sturen. Per slot van rekening heeft de directiesecretaresse de brief
de verkeerde kant opgestuurd. Bovendien heb ik twijfels of de geadresseerde de
brief wel onder ogen heeft gehad.
Aan
de KNMG t.a.v. dhr. P.C.H.M. Holland, voorz. Postbus 20051, 3502 LB UTRECHT Groningen, 12 september 2005
Op 12 mei j.l. heb ik u een brief gestuurd over de ziekte van Addison-Biermer. Gezien de aard van de problemen die ik daarin aanroerde leek het mij logisch dat iemand uit de interne- of huisartsengeneeskunde de brief inhoudelijk zou beoordelen. Helaas kreeg ik van uw directiesecretaresse antwoord
(d.d. 23 mei 2005) met de opmerking dat het probleem op het gebied van
de Hematologie zou liggen. De brief is toen doorgestuurd naar Prof. Dr.
R. Willemze, voorz. van de NVvH. Aangezien ik niet afhankelijk wil zijn van een toevallige interesse, wend ik me wederom tot u. De brief van 12 mei j.l. doe ik hier voor de zekerheid als bijlage bij. We zijn ondertussen vier maanden verder. In die tijd heb ik alweer melding gekregen van enkele tientallen mensen die blijvende schade hebben opgelopen door een te late diagnose of inadequate behandeling van hun B12-opnameprobleem. Graag ontvang ik schriftelijk een ontvangstbevestiging,
waarin een indicatie is opgenomen van het moment waarop ik inhoudelijk
een antwoord kan verwachten. Hierin ook de bevestiging dat u persoonlijk
van de brief van 12 mei 2005 kennis hebt genomen. Ik houd me het recht
voor deze brief en uw antwoord op mijn website te publiceren. Henk de Jong De URL van de site is: http://home.kpn.nl/hindrikdejong/ |
Inmiddels is op 30 september 2005 deze brief ontvangen.
Een lange brief, maar wat schiet je er mee op ?
- |
Het
is duidelijk dat de brief eerst naar de verkeerde vereniging werd
gestuurd. De voorzitter is er nu niet duidelijk over of deze nu wel of niet
doorgestuurd wordt naar het Nederlands Huisartsen Genootschap en de
Nederlandsche Internisten Vereeniging.
Het lijkt er niet echt op. Er wordt alleen naar je geluisterd als je als wetenschapper onderzoek hebt gedaan. Dat dokters hier iets over moeten zeggen was voor mij wel duidelijk. Ik heb via de voorzitter van de overkoepelende organisatie gevraagd om onderzoek. De laatste zin: "Ik beschouw hiermee onze gedachtewisseling als afgesloten", belooft dus niet veel effect. |
- |
|
+ |
De
tweede brief heeft er in elk geval voor gezorgd dat de eerste brief door
de voorzitter is gelezen. Het heeft hem ook de nodige tijd gekost
gezien het lange antwoord. Dus deze brief zal niet gauw vergeten worden
en naar ik aanneem in het archief van deze organisatie terecht zal
komen.
Dus er kan nooit meer gezegd worden: "Dit wisten we niet". Voor mijzelf geeft het een goed gevoel dat ik in elk geval dit gedaan heb. Ik moest hier melding van maken. |
Wat is de volgende stap: via de media?
Misschien krijgt een dokter of een bekende Nederlander hiermee te maken. Je weet
maar nooit...
Een arts gaat alleen onderzoek doen naar zaken waar hijzelf of zijn directe
omgeving mee geconfronteerd wordt. De belangstelling moet gewekt zijn, dan pas wordt er met hart en ziel onderzoek
gedaan. Ik heb twee keer mailtjes gehad van medische studenten die zelf
problemen met de B12 hadden. Dit werd door hen nogal gebagatelliseerd, misschien
dat ze daar later nog eens op terug komen.