Oppassen voor bloedarmoede na hartklep-operatie
Mensen met (een) mechanische hartklep(pen) kunnen geleidelijk aan een
bloedarmoede (‘anemie’) ontwikkelen. Dat hoeft niet bij iedereen het
geval te zijn, maar het kan wel na verloop van jaren ontstaan. Bij de zogenaamde ‘bioklepprothese’ van dierlijk of menselijk materiaal
treedt dit niet op.
Het gaat hier om een zogenoemde hemolytische anemie ofwel bloedarmoede
ten gevolge van ‘klephemolyse’. Dit is de afbraak van de rode
bloedcellen doordat zij mechanisch stuk slaan tegen de metalen
hartklepprothese. Dit stukslaan is helaas niet te voorkomen. Hierdoor
ontstaat bloedarmoede: het lichaam probeert continu de gewenste situatie
te herstellen door een verhoogde aanmaak van nieuwe rode bloedcellen.
Diagnose
De verhoogde activiteit van het lichaam is in het bloed meetbaar door
het aantal ‘reticulocyten’ te meten. Dit zijn voorstadia van
volwassen rode bloedcellen (‘erythrocyten’) en zijn een maat voor de
erythrocytenaanmaak in het beenmerg. Voor deze continue bloedaanmaak
zijn bouwstoffen nodig zoals foliumzuur (= vitamine B11) en ook
vitamine B12. Het beste kunnen altijd beide in het bloed gemeten worden.
Van een ijzertekort is zelden of nooit sprake, omdat het lichaam het
ijzer uit de kapot geslagen rode bloedcellen recyclet in nieuw gevormde
bloedcellen. Bij dit type bloedarmoede is het dus zelden nodig de
vervelende staalpillen te gebruiken. Het ijzergehalte kan bij twijfel
het beste even gemeten worden in het bloed in de vorm van ‘ferritine’
(ijzeropslag-eiwit, een maat voor de totale ijzervoorraad in het
lichaam). Vaak wordt alleen het losse ijzergehalte (‘serumijzer’)
in het bloed geprikt, wat geen correcte voorstelling van zaken geeft.
Verschijnselen
In de loop der tijd kan iemand door de eigen in het lichaam aanwezige
vitaminevoorraden heen raken. Het eerste door de foliumzuurvoorraad en pas na jaren van verhoogde behoefte door de vitamine B12-voorraad. Dan moeten
deze voorraden bijgespijkerd worden, maar soms
is de behoefte en/of het tekort zo groot dat hier via de voeding
onvoldoende aan te voldoen valt. Dit aanvullen is nodig om te voorkomen
dat het lichaam de steeds maar doorgaande bloedafbraak (hemolyse) op de
kunstklep niet meer kan corrigeren en de bloedarmoede alsmaar toeneemt.
Moeheid, slapte, hartkloppingen, conditiegebrek kunnen hier een gevolg
van zijn.
Behandeling
Bij ernstige vitaminetekorten door dit type bloedarmoede is behandeling
nodig met het slikken van foliumzuurtabletten en soms ook met
vitamine B12-injecties in de spier. Foliumzuur moet per tablet (5
milligram per dag) worden voorgeschreven door een arts. Het bij de
drogist verkrijgbare tabletje van 0,5 milligram is meestal te weinig en
wordt bovendien niet vergoed door het ziekenfonds. Wanneer er zowel een
tekort is aan foliumzuur als aan vitamine B12 dient eerst het B12-tekort
gecorrigeerd te worden alvorens foliumzuur te starten. Vitamine
B12 hoeft meestal maar hooguit drie tot vier keer per jaar bijgespoten
te worden of kan zelfs na enkele injecties gestopt worden. Let op: bij
antistolling zijn injecties in de spier op den duur minder wenselijk in
verband met de kans op spierbloedingen. Daarom dienen dergelijke
injecties bij voorkeur in de bovenarm te worden gegeven omdat een
eventuele spierbloeding vroegtijdig ontdekt kan worden. Foliumzuur kan het beste chronisch worden gebruikt en is bovendien
in deze dosering volstrekt onschadelijk. Bij minder ernstige tekorten
van B-vitamines kunnen ook multivitamine- of
B-complex-preparaten worden gebruikt. Foliumzuur zit in zeer veel
voedingsmiddelen, terwijl vitamine B12 alleen in melkproducten, vlees,
vis en eieren
zit. Het is verstandig om na het vaststellen van de diagnose
klephemolyse –bij mechanische kunstkleppen- na verloop van tijd altijd
in meer of mindere mate preventief foliumzuur en/of een multivitaminepreparaat met alle B-vitamines te gaan gebruiken
om een steeds ernstiger wordende bloedarmoede op termijn te voorkomen.
Met dank aan dr. P.H.J. Frissen, internist, Onze Lieve
Vrouwe Gasthuis, Amsterdam
Bron: Hartezorg, nr. 2, juni 2003.
Met dank aan Martijne voor het opsturen van het artikel. |