Tests en B12-tekort | |
Laatste aanpassing: 20-09-17 |
Het ligt voor de hand
om bij iemand die met de bekende symptomen bij de dokter komt, een
volledig bloedonderzoek te laten doen. Dat zijn dus de hematologische
metingen die samen het bloedbeeld vormen. De belangrijkste in
verband met B12 worden in de tabel vermeld. Zelfs
met een normaal bloedbeeld kan er dus wel een B12-tekort zijn.
Van groot belang blijft dus het herkennen van de symptomen en dan dus
gericht verder zoeken via de andere metingen, zelfs al is het bloedbeeld
normaal en de B12 niet beneden 150 pmol/l en de patiënt jong. De tests vallende onder "bloedbeeld" en "chemie" zijn om een mogelijk B12-tekort te beoordelen. De laatste tests dienen om de oorzaak van een tekort (Addison-Biermer) te onderzoeken. |
B12-tekort
? |
mogelijk |
waarschijnlijk |
zeer waarschijnlijk |
Hematologie | |||
Hb normaal | ja | ||
Hb te laag (bloedarmoede) | ja ± 1 op 10 | ||
MCV normaal | ja | ||
MCV te hoog > 100 | ja (of foliumzuurtekort) | ||
MCV te hoog > 110 | ja (of foliumzuurtekort) <-- | ||
Erytrocyten aantal normaal | ja | ||
Erytrocyten aantal te laag | ja (of foliumzuurtekort) | ||
Reticulocyten aantal te laag | kan door B12-tekort | ||
Leukocyten aantal te laag (soms te hoog) | kan bij B12-tekort | ||
Hypergesegmenteerde
neutrofiele granulocyten |
kan door B12-tekort | ||
Trombocyten aantal te laag | kan door B12-tekort | ||
Hematocriet te laag | kan door B12-tekort | ||
MCH te hoog | kan door B12-tekort | ||
BSE (bezinking) te hoog | kan door B12-tekort | ||
Chemie | |||
Vitamine B12 < 350 pmol/l | ja | ||
Vitamine B12 < 150 pmol/l | ja | ||
Vitamine B12 < 125 pmol/l | ja <-- | ||
Homocysteïne normaal (tHcy) | ja | ||
Homocysteïne verhoogd (tHcy) | ja (of folium-, B6-tekort) | ||
Methylmalonzuur normaal (MMA) | ja (bij 10%) | ||
Methylmalonzuur verhoogd (MMA) | ja <-- | ||
Actief B12 (Holo-TC) 35-50 pmol/l | ja (MMA + tHcy testen) | ||
Actief B12 (Holo-TC) < 35 pmol/l | ja <-- | ||
LD/LDH sterk verhoogd | kan door B12-tekort | ||
Totaal Bilirubine verhoogd | kan door B12-tekort | ||
CRP verhoogd | kan door B12-tekort | ||
Addison-Biermer
(= PA) ? |
mogelijk | zeker | |
Vitamine B12 < 100 pmol/l | zeer waarschijnlijk | ||
Actief B12 (Holo-TC) < 20 pmol/l | zeer waarschijnlijk | ||
Gastrine > 200 pmol/l | zeer waarschijnlijk | ||
Chronische gastritis type A negatief | ja | ||
Chronische gastritis type A positief | ja <-- | ||
Intrinsic factor-antistoffen negatief | ja | ||
Intrinsic factor-antistoffen positief | ja <-- | ||
Pariëtaalcel-antistoffen negatief | ja | ||
Pariëtaalcel-antistoffen positief | ja <-- | ||
Schillingtest I niet afwijkend | ja | ||
Schillingtest
I afwijkend en Schillingtest II (met IF) normaal |
Ja <-- |
De hematologische metingen (bloedbeeld) en de andere metingen zijn bedoeld om een B12-tekort te achterhalen. Deze metingen moeten gedaan zijn voordat een B12-injectie gegeven wordt. Deze waarden reageren n.l. op de injectie (bij een tekort) en hiermee wordt dan een tekort aan B12 nog eens bevestigd.
Bij laag/normale B12-waarden (dus waarden die nog boven de onderste referentiewaarde liggen) en klachten die aan een B12-tekort doen denken, dan zijn de homocysteïne-, methylmalonzuur-metingen belangrijke markers voor het aantonen van een B12-tekort in de cellen/weefsels. Als na injecties deze waarden zich normaliseren, dan is dit het bewijs dat er daarvoor van een tekort aan B12 sprake was. Met niet-verhoogde homocysteïne- en methylmalonzuurwaarden is een tekort op weefselniveau niet met 100% zekerheid uit te sluiten.
De
standaard B12-test. De gangbare B12-test is niet zo betrouwbaar om een B12-tekort aan te tonen of uit te sluiten. In de praktijk bestaat er een groot grijs gebied boven de onderste referentiegrens. In dit gebied is testen op homocysteïne en methylmalonzuur van belang. Daarnaast zijn de referenties per laboratorium nogal verschillend. De huidige tests kunnen ook een vals-normale uitslag geven. Voor meer info klik hier. |
De methylmalonzuur in de urine (UMMA) is iets betrouwbaarder dan MMA om een B12-tekort aan te
tonen, maar kan soms toch een vals-negatieve uitslag geven. Deze test is in
Nederland op enkele plaatsen mogelijk. Voor meer achtergrondinformatie
klik
hier.
De test op methylmalonzuur kan vals negatieve uitslagen geven als in de
maanden daarvoor Antibiotica is geslikt. De test geeft hierdoor een lagere
waarde.
Referentiewaarden
MMA (methylmalonzuur) UMCG (juli 2014) 90 - 340 nmol/l Erasmus MC (juli 2014) < 0,45 µmol/l of < 450 nmol/l VU MC (juli 2014) 30 - 310 nmol/l |
Homocysteïne dient nuchter geprikt te
worden.
De Holo TC-test (tegenwoordig Actief-B12) kan in Rotterdam gedaan worden bij de Afdeling
Klinische Chemie van het Erasmus Medisch Centrum. Meer
info...
Hier
is de Actief-B12 (=Holo-TC test) beschikbaar. Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam ref. 21 - 117 pmol/l (Afd. Klinische Chemie EMC adviseert een ondergrens van 32 pmol/l klik hier) Medisch Spectrum Twente, Enschede ref. 20 - 120 pmol/l Het lab waar je laat testen kan altijd het bloedmonster opsturen naar een van deze ziekenhuizen. Duitse bronnen Voor meer Duitstalige info hierover klik hier hier en ook hier. En een Engels artikel uit Duitsland, klik hier. In Duitsland wordt dus vaak de ondergrens van 35 pmol/l aangehouden en daarboven nog een "grijs gebied" tot 50 pmol/l. |
De metingen om Addison-Biermer aan te tonen (klassieke benaming Pernicieuze
Anemie) geven een bepaalde oorzaak van het tekort (tekort aan Intrinsic factor
productie en/of IF-antistoffen in het bloed). Dit is de meest voorkomende oorzaak van een B12-tekort. De
test op de antistoffen kan altijd en de Schillingtest
wordt niet beïnvloed door injecties van meer dan een
week geleden.
Met deze laatste test kan niet in alle gevallen een opnamestoring aangetoond
worden. Meer
hierover. Deze test wordt weinig meer gebruikt.
Intrinsic factor-antistoffen
komen voor bij 70% van de mensen met de ziekte van Addison-Biermer. Dus als deze
niet worden aangetoond kun je nog best wel deze ziekte hebben. Je kunt met deze
test de ziekte wel aantonen maar er dus niet mee uitsluiten!
Deze antistoffen verhinderen de binding van de Intrinsic Factor met de vitamine
B12 uit het voedsel.
Deze antistoffen kunnen al in het bloed voorkomen, ver voordat de klachten door
een B12-tekort zich manifesteren en bij een B12-waarde die ruim boven de
onderste referentiewaarde ligt.
Antistoffen tegen pariëtale cellen
(maagzuur- en IF-producerende cellen) komen bij mensen met Addison-Biermer vaak
voor. Echter ook bij mensen die de ziekte (nog) niet hebben komen ze nogal eens voor.
Dus dit is niet een echt specifieke meting voor het aantonen van de ziekte. Toch
kan het een voorteken hiervan zijn omdat deze antistoffen aanwezig zijn in
combinatie met een Chronische Gastritis type A (auto-immuun gastritis). Hierdoor
neemt de maagzuurproductie langzaam af en hiermee ook de IF-productie. Kijk
hier
voor meer informatie.
Deze twee antistoffen het liefst testen nog voor er injecties zijn gegeven. Na starten
injecties hierop testen minstens een week na de laatste injectie.
Het hormoon gastrine heeft als hoofddoel het stimuleren van de maagzuurproductie. Gastrine wordt afgescheiden in de bloedbaan o.a. bij het nuttigen van een maaltijd. Door de voeding stijgt de pH in de maag (minder zuur). De afscheiding van gastrine wordt geremd door een lage pH. Er bestaat dus een regelsysteem dat de zuurgraad van de maag regelt via de gastrine. Bij de ziekte van Addison-Biermer produceren de pariëtale cellen van de maag te weinig maagzuur. Daardoor reageert het regelsysteem met een verhoogde gastrinewaarde. Als er geen andere oorzaken zijn van de verhoogde gastrine (b.v. gebruik maagzuurremmers, gastrine producerende tumor) dan duidt een verhoging hiervan in het bloed in de richting van Addison-Biermer (Pernicieuze Anemie). In die zin kan de test van diagnostische waarde zijn bij dit ziektebeeld.
Als iemand eenmaal een B12-injectie heeft gehad, dan is de B12-spiegel in het bloed gedurende vele maanden tot soms enkele jaren nietszeggend over de B12-status van de patiënt. Dus dan zegt de waarde niets over de lichaamsvoorraad, het opnamevermogen en of de patiënt wel of niet klachten door een B12-tekort kan hebben. Ook de tests op homocysteïne en methylmalonzuur (MMA) zijn in die stituatie niet geschikt om tekort op weefselniveau te herkennen. En de Holo-TC test ook niet.
Hb=hemoglobine (geeft bloedarmoede aan) MCV=Mean Corpuscular Volume (gemiddeld volume rode bloedcellen) Erytrocyten=rode bloedcellen Reticulocyten=voorlopers van de rode bloedcellen Trombocyten=bloedplaatjes BSE=bloedbezinking |
MCH=gemiddelde hemoglobine per rode bloedcel Leukocyten=witte bloedcellen Hematocriet=% volume rode bloedcellen in het totaal bloedvolume LD/LDH=lactaatdehydrogenase Holo TC=Holo-transcobalamine= Actief B12 tHcy=totaal homocysteïne MMA=Methylmalonic Acid UMMA=Urinary Methylmalonic Acid (MMA/creatinine ratio) |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Holo-TC
= Actief B12 In 2008 zijn het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam en het Medisch Spectrum Twente in Enschede overgeschakeld op de Holo-TC test die nu Actief B12 wordt genoemd. Dit voorbeeld zal hopelijk door veel ziekenhuizen en laboratoria worden gevolgd. De reden: "Onderzoek heeft namelijk uitgewezen dat bij waarden onder de 300 pmol/l van de Totaal B12 test, het aantal discrepante uitslagen significant toeneemt". Voorlopig referentiegebied voor Actief B12: 20 - 120 pmol/l Ook zal deze ondergrens niet scherp gebruikt kunnen worden. Bij waarden <35 pmol/l en klachten die op B12-deficiëntie duiden, is het zaak om de B12-status op weefselniveau te beoordelen (MMA en homocysteïne) en eventueel te testen op IF-antistoffen en gastrine. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geen
bloedarmoede maar wel B12-problemen Huisartsen kunnen gebruik maken van de "Standaard anemie", van het Landelijke Huisartsen Genootschap. Dit is een hulpmiddel om te achterhalen wat de oorzaak van de anemie (bloedarmoede) is. Als de bloedarmoede door een B12-tekort is ontstaan dan kan deze standaard de dokter op het spoor van een B12-tekort brengen. Het probleem is echter dat veel dokters deze richtlijn omgekeerd ook gaan gebruiken. Men redeneert dan: als er geen bloedarmoede is kan er ook geen B12-tekort zijn. Niets is minder waar en hierdoor wordt de diagnose "B12-tekort" nogal eens gemist... Het is n.l. al vele jaren bekend dat er een B12-tekort kan zijn zonder bloedarmoede. Zelfs met een normaal bloedbeeld. Klik hier. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De
onderste referentiewaarde voor B12 is niet scherp Rond de onderste referentiewaarde voor B12 is een groot grijs gebied, waarin een B12-tekort niet met zekerheid aangetoond of uitgesloten kan worden. Dus er kan niet gezegd worden er boven is goed en er onder is fout. De gemiddelde B12-waarde van gezonde mensen is ongeveer 350 pmol/l. Als de ziekte zich ontwikkelt, kan het jaren duren voordat de "gezonde" B12-waarde is gedaald tot de onderste referentiegrens. Al die tijd is de B12-balans negatief (dit kan al klachten veroorzaken), maar de absolute waarde die gemeten wordt zit nog binnen het referentiegebied. Het is dan belangrijk om enkele keren, b.v. om de twee maanden, te meten. Hiermee kan dan een dalende trend waargenomen worden. Dit zegt veel meer dan een eenmalige meting die binnen het lijstje valt en zeker als de klachten aan een B12-tekort doen denken. Ook is de meting een totaal cobalamine (B12) meting, dus biologisch actieve en niet-actieve B12. En als er in verhouding meer niet-actieve B12 in het bloed zit geeft dit ook nog een te rooskleurig beeld.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Absolute
waarde en trend De absolute waarde is bij vitamine B12 (ook bij Actief B12) niet alleenzaligmakend. Stel de B12-waarde blijkt 220 pmol/l te zijn en lijkt geen probleem. Anders is de situatie als een jaar eerder ook getest is en dat toen de waarde 350 pmol/l was. Dus een duidelijke dalende trend. Hiermee is gezegd dat de absolute waarde (de waarde van het moment) niet alles zegt, maar dat de trend (de verandering) meer zegt over een eventueel B12-probleem. Hetzelfde geldt voor MMA (methylmalonzuur) en homocysteïne. Het kan zijn dat iemand van nature (in gezonde situatie) waarden hiervoor heeft die onderin het referentiegebied liggen. Bij een zich aandienend B12-tekort zullen deze mensen veel minder gauw een waarde hebben die boven de referenties uitkomt. Hier is het dus ook belangrijker om de trend van de waarden te beoordelen dan naar een enkele waarde te kijken. Aangezien deze tests in gezonde situatie niet gedaan worden, kunnen normale waarden (binnen de referenties) een tekort niet uitsluiten. Bij het beoordelen van waarden is dit in het algemeen van belang, maar aangaande B12-tekort dient men deze kennis in het bijzonder bij de beoordeling van de tests te betrekken. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Valkuilen bij diagnose en behandeling Onderzoek
naar een tekort aan B12 Met deze tests is een B12-tekort aantoonbaar, maar niet uit te sluiten ! Onderzoek naar de oorzaak
(Addison-Biermer) Met deze tests is de ziekte aantoonbaar, maar niet uit te sluiten ! Beoordeling
van de behandeling B12-deficiëntie Na
starten van de injecties zijn de "normale" ref. waarden niet
meer te gebruiken ! Na starten van de behandeling zijn de tests op homocysteïne en methylmalonzuur te gebruiken als vergelijk met deze waarden van voor de behandeling. Als de waarden na vier weken injecties duidelijk gezakt zijn, dan wordt hiermee het tekort bevestigd. Maar... Met de tests op methylmalonzuur en homocysteïne kan de behandeling op zich (injectiefrequentie) niet beoordeeld worden ! Neurologisch
functie-onderzoek bij B12-deficiëntie Met deze test zijn aangetaste zenuwen soms aantoonbaar, maar niet uit te sluiten ! |
| Terug naar: Diagnose/onderzoeken | Naar de beginpagina | |